Hij was een vernieuwende, succesvolle kunstenaar in de zestiende eeuw. Toch raakte Maarten van Heemskerck daarna uit beeld. Drie musea geven hem opnieuw een podium in één gezamenlijke tentoonstelling.
Maarten van Heemskerck (1498-1574) behoort niet tot de grote namen van de Nederlandse schilderkunst. Rembrandt, Hals en Vermeer hebben prachtig werk gemaakt, beaamt Christi Klinkert, senior conservator oude kunst bij het Frans Hals Museum. “Dat kleurt ons beeld over Nederlandse kunst. Musea geven al lang veel aandacht aan de zeventiende eeuw, daardoor blijft de waardering van het publiek daar hangen.”
In drie musea
Toen Christi in 2018 als conservator in het Stedelijk Museum Alkmaar werkte, was ze betrokken bij de ‘thuiskomst’ van twee altaarluiken van Heemskerck. Ze waren gemaakt voor de Grote Kerk daar, maar al eind zestiende eeuw verkocht naar Zweden. Bij het 500-jarig bestaan van de kerk keerden ze tijdelijk terug. Christi vond dat Heemskerck een eigen tentoonstelling verdiende. “Het Frans Hals Museum bleek ook plannen daarvoor te hebben. We besloten samen op te trekken en later sloot Teylers Museum aan.” In Haarlem zie je Heemskercks vroege werken en prentkunst. Het Alkmaarse museum belicht zijn verblijf in Rome en de invloed daarvan op zijn latere werk.
Gekke details
Heemskercks panelen hebben Italiaanse trekjes. Christi: “Door de felle kleuren en mediterrane decors ogen ze on-Nederlands. Geportretteerden lijken qua houding op hoe Rafaël mensen schilderde. Kijk je beter, dan herken je óók Hollandse kenmerken. De gezichten zijn weldoorvoed en blozend – Hollands welwaren, zeg maar.” In de negentiende eeuw werd het werk gezien als te internationaal. Nu, 450 jaar na zijn dood, staat het alsnog in de schijnwerpers. Christi: “Zijn eigenzinnigheid en ambitie maken Heemskerck uitzonderlijk. Hij schilderde fantasierijke werken met de gekste details erin. Als je voor zijn altaarstukken staat, weet je bijna niet waar je moet beginnen met kijken.”
Naakten
In het Frans Hals Museum hangen naast vroeg werk van Heemskerck schilderijen van vakgenoten met wie hij zich vergeleek. Vlak voordat hij voor enkele jaren naar Rome vertrok, schilderde hij de heilige Lucas die Maria en het kindje Jezus afbeeldt. Christi: “Een hoogtepunt uit de kunstgeschiedenis én in onze collectie.” Het dubbele paneel is speciaal voor de tentoonstelling gerestaureerd.
De conservator deelt graag een funfact: “In Heemskercks tijd was het in de noordelijke Nederlanden ongebruikelijk om te schilderen naar naaktmodel. In Italië daarentegen hingen villa’s en kastelen vol voorstellingen en sculpturen met, al dan niet functioneel, naakt. Heemskerck leerde daar veel van. In zijn schetsboeken zie je dat hij antieke sculpturen van naakte lichamen van allerlei kanten tekende. Terug in Nederland wilde hij iets met die anatomische kennis, zonder zijn publiek te schofferen. In altaarstukken gaf hij personages strakke kleding, zodat je hun spierbundels en lijven ziet, terwijl iederwel netjes aangekleed is.” Haar favoriet? “Eigenlijk al Heemskercks portretten, en vooral dat van een Haarlemse vrouw uit zijn vroege periode, een bruikleen uit Museum Thyssen-Bornemisza in Madrid. Zó levendig – dan is de zestiende eeuw ineens heel dichtbij.”
‘Maarten van Heemskerck’ t/m 19 januari 2025 Frans Hals Museum Teylers Museum, Stedelijk Museum Alkmaar, tickets: ontdekvanheemskerck.nl.
Comments